Inleiding
In dit document beschrijven we de aanleiding tot de keuze voor een studiereis naar Schotland. Daarvoor beschrijven we eerst de context van het Greijdanus en de context van het onderwijs in Schotland waarbij we ons richten op Curriculum for Excellence. Daarna motiveren we de keuze van de groep voor een praktijkonderzoek in het Schotse onderwijs wat uitmondt in een onderzoeksvraag en vier deelvragen.
Context van het Greijdanus
Greijdanus is een brede gereformeerde scholengemeenschap met vier vestigingen in Zwolle, Meppel, Hardenberg en Enschede. Er gaan ruim 4000 leerlingen naar school. Greijdanus
biedt onderwijs op verschillende niveaus: praktijkonderwijs, vmbo basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte, gemengde en theoretische leerweg, havo en vwo.
Ruim 60 jaar geleden zijn de verschillende vestigingen gestart als gereformeerd-vrijgemaakte scholen. Gereformeerde scholen waren geloofsgemeenschappen met de driehoek school, kerk en gezin als uitgangspunt. Geloven doe je niet alleen op zondag, maar beïnvloedt het hele leven. De identiteit van de school was sterk verbonden met het kerkgenootschap. Dit was ook de basis
voor het benoemings- en aannamebeleid van docenten en leerlingen. Mede door ontwikkeling van eigen lesmateriaal stelde de school de gereformeerde leer en opvoeding veilig
(Greijdanus, 2021).
Maatschappelijke veranderingen en het feit dat kerken steeds meer op elkaar gingen lijken noopten het Greijdanus ertoe zich te bezinnen op identiteit. Een eerste stap daarin is de
losmaking van het kerkgenootschap en de ontwikkeling van een eigen identiteitsdocument. Verbinding aan dit identiteits-document vormt sindsdien de basis voor het benoemings- en
aannamebeleid van docenten en leerlingen (Greijdanus, 2021).
Deze ontwikkelingen hebben geleid tot het schoolconcept ‘Geloof in ontwikkeling’. Daarmee beschrijft het Greijdanus de verbinding tussen wat we geloven (identiteitsdocument) en de praktijk van de school. Greijdanus is een school die een leer-, leef- en geloofsgemeenschap wil zijn. Dit is wordt kernachtig weergegeven met de woorden: leren, geloven en leven.
In het domein Leren ontwikkelt Greijdanus persoonlijk onderwijs, waarbij het persoonlijk leerproces van de leerling centraal staat, gericht op het verwerven van kennis en de persoonlijke vorming. ‘Groeien’ en ‘Verschil’ zijn belangrijke waarden in dit domein. In het domein Geloven staat de brede vorming van de leerling centraal, wat onderdeel is van het reguliere curriculum. Dit eigen curriculum wordt ‘geloof in ontwikkeling’ (GO) genoemd.
‘Christus volgen’ en ‘Dienstbaar’ zijn leidende waarden in dit domein. In het domein Leven richt de school zich op samen leven, vanuit de waarde Samen. Door ontmoetingen met andere
mensen, visies en culturen om later als volwassen christenen deel te kunnen nemen aan een democratische samenleving. Groeien in Verantwoordelijkheid zien we in de drie domeinen
terug en is een belangrijke waarde in dit schoolconcept.
De drie domeinen Leren, Geloven en Leven zijn gebaseerd op de drie functies van onderwijs die Gert Biesta (2012) beschrijft: kwalificatie, socialisatie en subjectivering. In het theoretisch kader lichten we dit verder toe.
Met de focus op de brede vorming van de jongere zoals beschreven in het schoolconcept ‘Geloof in ontwikkeling’ geeft Greijdanus vorm aan de wet op burgerschapsvorming die op 1
augustus 2021 inging. Voor deze datum was burgerschaps-vorming al wettelijk verplicht, maar met deze wet is de bedoeling van het burgerschapsonderwijs aangescherpt. De Nederlandse overheid beoogt met deze wet het bijbrengen van kennis en respect voor de democratische rechtstaat en wil dat scholen een oefenplaats zijn voor het aanleren van vaardigheden om deel te kunnen nemen aan de samenleving. Het burgerschapsonderwijs
moet doelgericht en samenhangend zijn. Daarnaast moet het herkenbaar zijn (zichtbaar in de praktijk) en moet de school inzicht geven in de leerresultaten van de burgerschapsvorming op de school (Ministerie van Onderwijs, cultuur en wetenschap, 2021a, b).
Onderwijs is per definitie vormend. Voor een belangrijk deel gebeurt dat onbewust. Tegelijk wil het Greijdanus dat jongeren zich bewust vormen. Dat vergt van de school dat ze expliciet
maakt hoe ze invloed heeft op de vorming van de jongeren. Daarvoor is het Greijdanus Agoramodel ontwikkeld. Het agoramodel is een ordeningsmodel waar de levens- en
trainingssferen van jongeren worden beschreven. Aan de hand van deze sferen zijn 32 ervaringsdoelen opgesteld vanuit vier perspectieven: God, de jongere zelf, de ander en de
wereld. Deze ervaringen veranderen mogelijkerwijs hoe jongeren naar de werkelijkheid kijken, hoe ze bepaalde zaken waarderen en welke kwaliteiten ze ontwikkelen. Met behulp van dit agoramodel wil het Greijdanus het burgerschapsonderwijs expliciet maken met als belangrijk uitgangspunt het volgen van Christus. Het vormingsbeleid van het Greijdanus richt
zich op de vorming die bewust geïnitieerd wordt en zichtbaar wordt gemaakt (Greijdanus, 2021, 2022b).
De ontwikkeling die op Greijdanus gaande is, is het integreren van de vormingsdoelen in het reguliere curriculum. Hiermee menen we overeenkomsten te zien tussen het geïntegreerde
curriculum van het Greijdanus en het Curriculum for Excellence in Schotland.
Het Curriculum for Excellence in Schotland
Begin deze eeuw ontstond het Curriculum for Excellence (CfE) na een nationaal debat over de toekomst van het Schotse onderwijs. Men wilde onder andere dat leren aantrekkelijker en
uitdagender werd, dat het curriculum minder overladen werd, dat vaardigheden op de arbeidsmarkt een prominentere plek kregen en er meer keuzemogelijkheden waren om aan te
sluiten bij de behoeften en aspiraties van leerlingen. Daarnaast wilde men een betere balans creëren tussen algemene en beroepsvaardigheden door een breder scala aan ervaringen te
organiseren.
Het CfE is een breed curriculum dat kinderen en jongeren van 3 tot en met 18 jaar mogelijkheden moet bieden om vaardigheden voor leren, leven en werken op te doen. Het curriculum omvat ervaringen die gepland zijn voor de leerlingen om kennis, vaardigheden en attitudes te ontwikkelen voor een leven in de 21e eeuw (SLO, z.d.). Het gaat erom leerlingen op te leiden tot succesvolle lerenden (successful learners), personen met zelfvertrouwen (confident individuals), verantwoordelijke burgers (responsible citizens) en effectieve participanten (effective contributors). Deze capaciteiten worden ondergebracht
in acht leergebieden: talen, wiskunde, natuurwetenschappen, mens en maatschappij, technologie, expressieve vakken, gezondheid en welbevinden, levensbeschouwing en moreel
onderwijs. Elk leergebied wordt gedetailleerd uitgewerkt door beschreven ervaringen (experiences) en leeruitkomsten (outcomes). Ervaringen worden beschouwd als momenten
van leren en leeruitkomsten zijn concrete leerdoelen. Geletterdheid, wiskundige geletterdheid en gezondheid en welzijn in het leerproces zijn prioriteiten in het curriculum.
Docenten zijn nauw betrokken geweest bij het vormgeven van het curriculum passend bij de lokale context. Ze werden daarbij ondersteund door sturingsdocumenten (guidance
documents) die inhoud geven aan de leergebieden, aanbevelingen doen over leerstrategieën en het ontwerpen van een curriculum. Staf, ouders, leerlingen, partners en specialisten
worden bij deze vormgeving betrokken. Voor het curriculumontwerp zijn zeven basisprincipes vastgesteld: personalisatie en keuze, coherentie, relevantie, uitdaging en plezier, breedte, diepte en progressie. Bij al het leren moet rekening gehouden worden met deze principes.
Onderzoeksvraag en deelvragen
In de eerste oriëntatie op een mogelijk onderzoeksthema hebben we ons als groep gericht op het schoolconcept van het Greijdanus ‘Geloof in ontwikkeling’ met de woorden Leren, Geloven en Leven. In de beschrijving van het Schotse Curriculum for Excellence zien wij overeenkomsten met de onderwijsvisie en de visie op brede vorming van het Greijdanus. In het domein van Leren is het Greijdanus bezig met het concreet beschrijven van leerdoelen, dit zijn kennisdoelen met het oog op de cognitieve ontwikkeling van de leerling. Met het agoramodel ordent het Greijdanus de ervaringsdoelen met het oog op persoonlijke vorming en gericht op deelname aan de arbeidsmarkt en samenleving. De transitie van het Greijdanus is nodig om de vorm aan te passen op de beschreven inhoud. We verwachten dat we als school kunnen leren enerzijds van de successen van het geïntegreerde curriculum en de vormen die we in Schotland zien, anderzijds van de valkuilen die wellicht geleid hebben tot zwaktes in het systeem. Ook zijn we benieuwd naar de impact op de samenleving en de professionalisering van docenten. Met de opbrengst van de studiereis kunnen we concrete
aanbevelingen doen aan het Greijdanus om de transitie te ondersteunen.
Bovenstaande leidt tot de volgende onderzoeksvraag:
Wat kan het Greijdanus leren op het gebied van brede vorming van het Curriculum for Excellence in Schotland?
Deelvragen zijn geformuleerd op verschillende niveaus van het systeem: de overheid, de docent, de school en de dagelijkse lespraktijk.
1. Wat is volgens de overheid de impact van het CfE op de samenleving?
Met deze vraag willen we helder krijgen wat de overheid voorschrijft voor het CfE en de ruimte die het de scholen biedt om invulling te geven aan het curriculum. Daarnaast beoogt het CfE door het verbeteren van vaardigheden en attitudes een impact op de samenleving. Is die impact zichtbaar en hoe wordt dat gemeten?
2. Hoe worden docenten opgeleid voor het onderwijs met dit CfE?
De rol van de docenten bij de ontwikkeling van het CfE in de lokale context is helder beschreven. Hoe worden docenten hiervoor opgeleid? Hoe ervaren docenten deze betrokkenheid? Wat heeft bijgedragen aan de competenties en vaardigheden van docenten?
3. Hoe zien we de waarden van het CfE terug in de onderwijsvisie van de scholen die we bezoeken?
Hiermee willen we onderzoeken hoe de scholen inhoud geven aan het CfE in een eigen onderwijsvisie. Dit leidt tot deelvraag 4:
4. Hoe zijn inhoud (CfE en onderwijsvisie van de school) en praktijk op elkaar afgestemd?
De doelstellingen van het CfE zijn helder. We zijn benieuwd hoe we dat terugzien in de vormgeving van het onderwijs. We baseren de kijkwijzer op de zeven basisprincipes voor curriculumontwerp.
Maak jouw eigen website met JouwWeb